Opdracht van het boek "The Waiting Letters"

2 december 2019

Ik heb besloten mijn volgende boek, The Waiting Letters, op te dragen aan mijn grootvader van moederskant, Sjeik Abdul Muttal Al-Saidi, van wie ik hoop dat hij in deze tijd bij mij is om mij te steunen.
Sjeik Abdel Muttal Al-Saidi kreeg te maken met vele gevechten vanwege zijn opvattingen en inspanningen, en werd meer dan eens gestraft, onder meer in 1937 toen de aanhangers van Al-Azhar in opstand kwamen tegen de sjeik vanwege zijn opvattingen. Er werd een commissie gevormd om hem te berechten. Sjeik Mahmoud Shaltout, sjeik Al-Zankaloni en anderen stelden voor dat hij een memorandum zou schrijven waarin hij zijn intrekking van enkele van zijn opvattingen aankondigde, en sjeik Abdel Muttal stemde hiermee in. De onderzoekscommissie bestond uit: sjeik Muhammad Abdel Latif Al-Fahham, ondersecretaris van Al-Azhar; sjeik Abdel Majeed Al-Labban, sjeik van de faculteit van Usul al-Din; en sjeik Mamoun Al-Shinnawi, sjeik van de faculteit Sharia. De onderzoekscommissie concludeerde dat sjeik Abdel Muttal vijf jaar lang geen promotie zou krijgen en dat hij zou worden overgeplaatst van de faculteit Arabische taal naar de algemene afdeling in Tanta.
Sjeik Al-Saidi week af van de consensus van Al-Azhar over het doden van afvalligen en zei: "Ik kan niet meegaan met die rigide aanhangers van Al-Azhar, want ik zal over Al-Azhar brengen wat zij over haar brengen met hun rigiditeit." Ondanks de aanvallen van de sjeiks van Al-Azhar, onder leiding van sjeik Issa Manoun, bleef Al-Saidi standvastig het belang van godsdienstvrijheid voor iedereen benadrukken. Abdel Muttal Al-Saidi geloofde dat de doodstraf voor een afvallige alleen opgelegd zou moeten worden aan een moorddadige afvallige of iemand die moslims dwingt hun religie te verlaten. Strijd hier ter verdediging van de vrijheid. Wat een vreedzame afvallige betreft, voor hem bestaat er geen straf in deze wereld, aangezien godsdienstvrijheid verbonden is met wereldse straf. Als er wereldse straf bestaat voor geloof, dan is er geen godsdienstvrijheid, en vice versa. Zijn steun hiervoor was het vers uit de Heilige Koran: "Er is geen dwang in religie."
Mijn grootvader, Sjeik Abdul Muttal Al-Saidi, kreeg te maken met veel problemen vanwege zijn religieuze opvattingen. Daarom was hij de meest geschikte persoon aan wie ik mijn boek, The Awaited Letters, kon opdragen. 

nl_NLNL