Ik zag dat de Profeet (vrede en zegeningen zij met hem) terugkeerde naar dit wereldse leven en zijn gezicht was erg wit en zijn wangen waren rood. Ik vroeg hem waarom zijn wangen rood waren. Hij antwoordde me, maar ik weet het antwoord niet meer. Toen vroeg ik hem: was de Isra- en Mi'raj-reis met zijn ziel en lichaam samen of alleen met zijn ziel? De Profeet (vrede en zegeningen zij met hem) antwoordde me en zei: met zijn ziel en lichaam samen. Ik stelde hem ook drie andere vragen die verschillende antwoorden hebben onder moslimgeleerden. De Profeet (vrede en zegeningen zij met hem) antwoordde me erover, maar ik weet deze vragen en zijn antwoorden erop niet meer. Na deze ontmoeting ging ik naar het graf, want mijn leven stond op het punt te eindigen. De Profeet (vrede zij met hem) zei dat ik Abdullah (ik weet deze naam niet zeker) niet de macht over het kalifaat van de moslims mocht laten overnemen. In het visioen was deze persoon zeer betrouwbaar voor mij, maar in werkelijkheid kende ik hem niet. Toen verscheen er een groep moslimleiders aan mij tijdens een bijeenkomst, en onder hen was deze man voor wie de Profeet (vrede en zegeningen zij met hem) mij had gewaarschuwd. Ik vertelde hem in het bijzijn van de aanwezigen dat de Profeet (vrede en zegeningen zij met hem) mij had verteld dat ik nooit de kalief van de moslims zou worden, en ik confronteerde hem door te zeggen dat hij een agent van een vijandig land was. De houding van deze man, die voorheen goed had geleken, veranderde plotseling en hij verhief zijn stem tegen de Profeet (vrede en zegeningen zij met hem). Ik gaf ongeveer vijf politieagenten opdracht hem te arresteren omdat hij tegen de Profeet (vrede en zegeningen zij met hem) schreeuwde. Aanvankelijk aarzelden ze om hem te arresteren, uit angst voor deze machtige man, maar later gaven ze gehoor aan mijn bevelen en arresteerden hem. Ze sloten hem op in een cel. Ik was bang dat hij zou ontsnappen, dus gaf ik de officieren opdracht om 15 bewapende bewakers in te zetten om hem te bewaken: 15 voor de cel, 15 achter de cel, 2 aan de rechterkant van de cel en 2 aan de linkerkant. Ik gaf opdracht dat er de volgende dag een snel proces tegen hem zou worden gehouden, waarna hij zou worden geëxecuteerd. Dit visioen gaat over toekomstige gebeurtenissen vóór mijn dood en over deze man die dicht bij mij staat en tegelijkertijd een verrader is. Ik ken hem in de huidige realiteit niet.